Welkom op deze website
KAREL LOCUFIER
Op de kouter te Gent
BIOGRAFIE
In een herdenkingsnummer uitgegeven door de ”Vrienden van de Lyrische Kunst Gent” schreef A. De Meyer, voorzitter van deze vereniging het volgende:
Toen op 4 mei 1904 Karel Locufier te Eeklo geboren werd, was er zeker niemand die eraan dacht dat hij voor een lyrische carrière in de wieg gelegd was want hij zou met vrucht technische studies aanvangen en afstuderen als textielingenieur. Nochtans was hij toen reeds een verwoed kunstliefhebber die, net zoals zijn vader, over een mooie tenorstem beschikte en grote liefde koesterde voor de muziek.
Zoals voorzien ging hij werken in het textielbedrijf ”Le Peignage d’Eeclo”, waar hij van de jaren 30 tot 40 een vooraanstaande plaats bekleedde.
Tijdens zijn vrije tijd maakte hij deel uit van een toneelgezelschap, vervolmaakte hij zich in de zangkunst en trad op in vele Belgische schouwburgen, zelfs verschillende avonden per week. Weldra was hij overal een graag geziene en gehoorde tenor.
Hij had gestudeerd aan het Conservatorium te Gent, waar hij later leraar voor Lyrische Kunst werd. Hij had zich vervolmaakt in Milaan bij de Italiaanse tenor Silvano Isalberti, eerste tenor van de Scala te Milaan, en nam deel in 1933 aan de Internationale Zangwedstrijd van Verviers,GRAND CONCOURS D'HONNEUR POUR TENORS, waar hij een eerste prijs behaalde. Maar hij dacht er nog niet aan van de zang zijn carriëre te maken.
Hij doet zijn eerste triomfantelijk optreden in het seizoen 1930–31 in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg met de tenorpartij in de operette ” De zang der Woestijn ”. Dit werd een geweldig succes en de directeurs zouden hem niet meer loslaten. In 1935 treedt hij op in het Alhambra theater te Brussel en in de Empire te Antwerpen.
Doch Gent vordert hem op voor de Koninlijke Opera waar hij successen boekt in Thaïs, Hamlet, Rigoletto, Cavaleria, enz...Dit kwam ondermeer doordat de bekende zanger Morrison op een nacht zeer ziek werd en Karel Locufier opgebeld werd om hem s’anderendaags te vervangen. De hele nacht studeerde hij en s’anderendaags verving hij Morrison in ”Het land van de glimlach ”.Hij deed dat zo goed dat hij onmiddellijk een contract kreeg voor een hele reeks opera’s te Gent en te Antwerpen.
In 1937 dingt hij mee voor de ” GRAND PRIX DE LA VOIX DE L'EXPOSITION DE PARIS ” en kaapt er voor de neus van 186 concurrenten de eerste prijs weg. Dit opent nieuwe perspectieven voor hem als concertzanger en hij zingt in de Casino Kursaal te Oostende gedurende de seizoenen 1937, 1938 en 1939.
Tijdens het seizoen 1940–1941 zingt hij in Théatre Royal de la Monnaie te Brussel waar hij succes kent met de opera’s Tosca, Marouf, Carmen, La vie Brève en nog vele andere opera’s. Ook de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen doet beroep op hem en daar zingt hij o.a. Lohengrin, Butterfly, De Vliegende Hollander en Freischütz.
Ondertussen trouwde hij met Martha Van Peteghem, artieste aan de Koninklijke Opera te Gent.
Toen echter de oorlog uitbrak moest ”Le Peignage d’Eeclo” zijn deuren sluiten wegens gebrek aan grondstoffen. Dit betekende meteen het begin van zijn lyrische loopbaan.
Zijn repertoire bedroeg niet minder dan tachtig opera’s en honderd operetten. Hij kon evengoed Rigoletto als Lohengrin zingen. Dit liet hem toe in discussies met kennis van zaken te spreken.
Toen Wereldoorlog II beëndigd was, bleef Karel Locufier in de theaterwereld.
Als Vina Bovy tot directeur aangesteld werd, deed zij beroep op hem om eerste regisseur te worden. Deze taak zou hij ook vervullen onder de directie van Constant Meillander. Een zeer goede herinnering als regisseur had hij aan de samenwerking met Antoon Van De Velde voor het groots Lam–Godsspel, werk van Herman Van Overbeke (schrijver) en Robert Herberigs(componist), op het St Baafsplein te Gent naar aanleiding van de 1000ste verjaardag van Gent als handels- en nijverheidsstad.
Wanneer de Opera van Gent in 1961 echter in nauwe schoentjes geraakte werd op hem beroep gedaan om de leiding op zich te nemen. Toen zei hij: ”Het werk van Consessiehouder, met weinig toelagen en gebonden aan een weinig logisch lastenkohier is geen benijdenswaardige taak, doch ik voel het als mijn plicht om dit te doen. De harde leerschool van de nijverheid zal me hierbij helpen.
Met hardnekkig doorzettingsvermogen en een steeds onverminderde strijdlust bond hij de strijd aan ten voordele van de Opera van Gent, die hij weldra ” ZIJN OPERA ” zou mogen noemen. Hij streed voor het invoeren van de opvoeringen in de originele taal, iets waar toen niemand van wilde horen, maar weldra bleek dat hij juist gezien had! Ook lag het hem zwaar op de maag dat de artiesten gedurende vier maanden van werklozensteun moesten leven. Dat was onwaardig zei hij.
Het publiek volgde hem daarin en de schouwburg liep vol. Het was ook het publiek dat hem steunde in de moeilijke ogenblikken in de strijd voor HUN OPERA. Voor dit publiek is hij de geschiedenis ingegaan als een legendarische figuur, een strijder voor hun patrimonium!
Hij stierf op 16 november 1972 aan een slepende ziekte. Op 2 november 1973 werd een borstbeeld onthuld van Karel Locufier dat nu nog te zien is in de hall op de eerste verdieping van de Opera te Gent.
Freya, zijn achterkleinkind, bij het borstbeeld tijdens haar bezoek aan de Opera te Gent